Top

Biografie

In 1962 werd ik geboren in Groningen en groeide op als tweede dochter in een gezin met vier kinderen. Al vroeg kwam ik in aanraking met textiel. Het was overvloedig in aanwezig in ons huis, door het beroep van mijn vader. Als klein meisje had ik er al veel gevoel bij. Ik dacht: “ Iets van stof gaat niet kapot,” en ik wilde niets liever dan mijn fantasie uitleven met stof. Mijn moeder had een hele kist met verkleedkleren voor ons kinderen. Vol gekleurde doeken van allerlei vezels. Daar zat zelfs haar trouwjurk in. Zomaar ging de schaar er in voor een toneelstuk.
Soms kwam mijn vader thuis met een koffer. Daar kwam dan een klein wonder uit. Plotseling was de vloer in de kamer bezaaid met stalen, kleuren en patronen. Dan begonnen de verhalen. Verre reizen, andere culturen, exotisch voedsel. Zo werd een stukje stof het weefsel van een verhaal. Vol spanning en verwachting raakte ik het aan, dan was het alsof ik ook zelf echt in die andere wereld was geweest. Soms vond ik de ziel van de stof in een klein foutje in het borduursel of een lichte kleurafwijking in het patroon. Mensenhanden hadden het gemaakt. Dat sprak tot de verbeelding.
Op het gymnasium kwam ik voor het eerst in aanraking met mythologie. Een blijvende voedingsbodem voor mijn werk, dat altijd geënt is op verhalen. Ik ontdekte de ware betekenis van batikpatronen, wajang, Afrikaanse maskers en van kunst. Paul Klee, het Bauhaus en andere kunststromingen. Er tekende zich een weg af. In deze periode zag ik voor het eerst Figurentheater Triangel, surrealistisch poppentheater van Henk Boerwinkel, dat zeer veel aanzien genoot in de hele wereld. Dit maakte diepe indruk. Kwam stof zo niet tot leven?
Deze voorstelling ben ik nooit vergeten, maar het duurde nog even vóór ik mijn eigen weg vond. Omdat werken met hart, ziel en lichaam voorop stond, ging ik in 1981 naar de Academie voor Expressie en Communicatie (AVEC) in Leeuwarden. Ik wilde met mensen gaan werken. Op de Academie experimenteerde ik met kostuums, poppen, Commedia dell’Arte, maskers, beweging en theater. Zo inspireerde onder andere Pina Bausch mij, die ik in Wuppertal bezocht voor research over de werking van theater, waarin persoonlijke motieven met elkaar vervlochten zijn.
Na mijn afstuderen zocht ik contact met het Pop en Spel Kollektief, een professioneel theatergezelschap. Yvon Hofer leidde mij in de praktijk op. Ik maakte kostuums, decors en speelfiguren. Al snel ontdekte ik dat het verhaal voor mij verteld werd door het beeld. Ik keek met de ogen van een beeldend kunstenaar. Dit was een andere benadering. Speelpoppen moesten veel meer uitgewerkt worden, vanuit hun bewegingsfunctie voor poppenspelers en acteurs. Naast mijn werk voor het Kollektief ging ik een serie grote mythologische dierfiguren maken.
In 1995 kreeg ik van het Natuurmuseum Fryslân de kans een grote expositie te creëeren. “Nachtwereld” ontstond. Bezoekers gingen een gangenstelsel in en maakten een reis van de nacht naar de dag. Ze lieten het lawaai van de wereld achter zich. Zo ontstond een mengvorm van beeldende kunst en theater. Bezoekers werden meegevoerd in een verhaal door een tocht langs objecten. Een soundscape begeleidde de projecten en er was theatrale belichting.
Vele projecten in deze stijl volgden: “De Sneeuwkoningin”, “Kruip uit je huid”, “De Draak” en “De geheime tuin”.In grote lijnen werd mijn werk steeds abstracter en dynamischer. Associatief ontstaan structuren en die groeien aaneen tot een compositie.
De compositie wordt vervolmaakt door een soundscape en veranderend licht, waardoor een filmische beleving van het onderwerp mogelijk wordt.

In 2006 begon ik met het project “De Vuurvogel”. Na de brand van januari 2009, die mijn atelier met daarin het bijna voltooide werk verwoestte, besloot ik de installatie “De Vuurvogel” te herbouwen. Mijn werk veranderde ingrijpend. Ik probeer met mijn structuren de dynamiek van emoties te vangen. Het project “De Vuurvogel” met zijn bijzondere voorgeschiedenis, neemt de positie van sleutelwerk in. Voorheen viel een verhaal uiteen in scènes, die elkaar opvolgden. “De Vuurvogel” bevat één installatie, die zich in verschillende aspecten ontvouwt door licht en geluid.

 

Download: Biografie (PDF)